top of page

Taxonomie van bloom

Door het opstellen van leerdoelen kan bepaald worden wat de leerlingen gaan leren tijdens de les.

Voor het bepalen van de leerdoelen heb je verschillende methodes. Een van de methodes is de taxonomie van Bloom.  Deze taxonomie is 1956 ontwikkeld door Benjamin Bloom en in 2001 herzien (Krathwohl, 2001). De taxonomie uit 1956 is opgebouwd uit zes congnitieve niveaus, hierna ook wel denkniveau of denkvaardigheden genoemd. De zes niveaus zijn:      

  • kennis

  • inzicht                                        

  • toepassing

  • analyse

  • creatie/synthese

  • evaluatie

 

Hierbij is het gerangschikt van eenvoudig  ( kennis reproductie)

naar complex (evaluatie). In figuur 1 (1956) is duidelijk te zien dat de ‘kennis’ als fundering dient voor alle bovenstaande niveaus. Zonder deze fundering zal de piramide instorten. In andere woorden betekend dit, wanneer je geen kennis hebt van zaken kun je er ook geen inzicht in hebben. Dit zelfde geldt ook voor toepassen, analyseren, creëren en evalueren. Ieder onderliggend niveau dient als fundering voor een opvolgend niveau. Het gedrag behorend bij een bepaald denkniveau kan pas uitgevoerd worden wanneer je het gedrag van alle lager gelegen niveaus beheerst

(Blooms taxonomy , 2012).

 

In tegenstelling tot de oorspronkelijk taxonomie waarbij evaluatie als hoogste denkniveau werd gezien, is in de 2001 herziende taxonomie creëren het hoogst  niveau (Krathwohl, 2001).

Naast het wissel van de niveaus evalueren en creëren zijn in de herziende taxonomie de zelfstandig naamwoorden van de verschillende niveaus vervangen door werkwoorden.ZIe afbeelding hieronder.

Hieronder zijn wordt per denkniveau nog een omschrijving gegeven:  (Zuiderman, 2014) (kamp, 2013)

 

Onthouden: Op dit niveau is een leerling instaat om benamingen en feiten letterlijk te reproduceren, zoals: Het opnoemen van 3 verschillende soorten kunststoffen? 

 

Begrijpen: Op dit niveau is een leerling instaat om  uiteenlopende ideeën, kennis of benaming met elkaar te vergelijken.

Deze leerling legt verbanden tussen voorkennis en nieuwe kennis, zoals het verschil benoemen tussen thermoplast en een thermoharder? 

 

Toepassen: Op dit niveau is een leerling instaat om te onthouden en kan het toepassen in een nieuwe situatie. Dit voert de leerling uit door de juiste regels te hanteren of toe te passen, zoals: Welke type kunststof kan het beste gebruikt worden als ondersteuningsmateriaal bij het 3D printen ?

 

Analyse: Op dit niveau is de leerling instaat om informatie op te delen en te categoriseren. Hierbij baseert de leerling de keuze op belangrijke aspecten en kan dit beargumenteren, zoals:  ik heb 3 verschillende kunststoffen, welke kunststof kan het beste aangeschaft worden en waarom?   

 

Evalueren: Op dit niveau is de leerling instaat om, keuzes op basis  van een zorgvuldige afweging van feiten te verdedigen en uiteen te zetten, zoals: Waarom kies je in een warme omgeving voor een   thermoharder in plaats van een thermoplast?

 

Creëren: Op dit niveau is de leerling instaat om creatief te denken. Hierbij wordt door de leerling informatie samengevoegd, zoals: Een klant wilt een stuk kunststof dat flexibel is, welk kunststof type verkies je en op welke manier moet het kunststof toegepast zodat het optimaal flexibel is?   

bottom of page